Ik hoop dat jullie het een leuk interview vinden, ik heb er in ieder geval van genoten.
gr. Yolanda
Op de pijp met....
Even pauze. Even op de pijp. Bakkie doen, praatje maken.
Met en over bijzondere Westlanders. Westlanders met een verhaal. Over
Westlandse waarden, en over heden, verleden en toekomst. Deze keer praten we
met: Yolanda Zantingh
Tekst: Esdor van Elten
Foto: Ton van Zeijl
Ze ontwerpt en maakt kleding en lingerie. De vergelijking
met Marlies Dekkers dringt zich op, maar daar wil Yolanda Zantingh (43) niet
van weten: “Het zou leuk zijn, maar ik ontwerp niet uit het niets, ik vertaal,
verfraai en verander.” Yolanda heeft haar eigen Modevakschool Yolanda Fashion waar
zij les geeft in het ontwerpen en maken
van kleding en vooral haar specialiteit: lingerie. Yolanda woont samen met haar
partner Lex Kok en hun zoons Quinten en Finnley (12) in Honselersdijk.
Lingerie maken. Is dat moeilijk?
Moeilijker in ieder geval dan gewone kleding maken. Je moet
er echt naaiervaring voor hebben. De stoffen zijn anders, gladder en lastiger
te bewerken. En vaak is het fijner werk.
Maar het is ook ontzettend leuk. Je kunt er ontzettend veel creativiteit in
kwijt. Er is zoveel mogelijk, je kunt het zo gek maken als je zelf wilt.
Is dat waarom mensen het ook graag willen leren? Om
lekker gek te doen?
Mijn leerlingen hebben allerlei redenen. Ze doen het omdat
ze het leuk vinden, of omdat ze graag op maat gemaakte lingerie willen dragen.
Voor sommigen is het de uitdaging: kan ik dit? Het leuke is: ze kunnen het
meestal ook. Wat je in de lingeriecatalogus ziet kunnen wij ook maken.
Lingerie is dus voor gevorderden. Wat leer je beginners
dan?
Ik geef les in zelf
(kinder)kleding naaien, ontwerpen en patroontekenen. Mijn leerlingen zijn
meestal particulieren, maar ik geef ook aan een aantal basisschoolklassen les. Mensen kunnen bij mij naailessen krijgen,
maar ook een complete opleiding costumière, coupeuse of lingerie. Daarnaast kun
je bij mij terecht voor workshops of bijvoorbeeld een leuke vrijgezellenavond
of feestje. Doen we bijvoorbeeld een workshop Beha pimpen, een tienernaailes,
of ik ga met kinderen een etuitje maken.
Hoe ben je hier zo toe gekomen? Was het altijd al je
hobby?
Nee zeg. Vroeger vond ik naaien hartstikke truttig. Dat ga
je toch niet doen? Ik weet nog dat ik op school handwerken kreeg, en dat ik dat
heel oneerlijk vond, want de jongens kregen handarbeid. Onze boze acties hadden
resultaat: de meisjes kregen ook handarbeid. Maar dat vond ik ook drie keer
niks... Na de lagere school en de Hoedemakers MAVO in Rijswijk heb ik de MEAO
gedaan, en daarna een aantal aanvullende opleidingen. Eigenlijk wist ik niet
wat ik wilde. Wilde weg als stewardess of zo. Uiteindelijk heb ik veel werk in Direct
Marketing gedaan, onder andere bij de ANWB, UNICEF en ik werkte als
directiesecretaresse bij de Nederlandse Braille Bibliotheek in Den Haag en bij
Ro.Pa.Tec. Sinds 1999 woon ik in het Westland. Mijn vader had vanwege zijn werk
al binding hier, en toen we op zoek gingen naar een woning werden we echt
verliefd op dit huis in Honselersdijk. In 2001
werden onze zoons geboren, en die bleken heel veel zorg nodig te hebben. Ik had
toen ook iets nodig voor mezelf, om mijn energie in kwijt te kunnen.
Je had ook kunnen gaan tuinieren of zo...
Ik had destijds een oude rok in de kast hangen die toen
eigenlijk weer in de mode was en besloot die te gaan vermaken. Ik had toen ook
niet heel veel geld, dus het was een beetje ook uit nood geboren. Maar tot mijn
verbazing vond ik het toen wél leuk. Mijn werk was vooral denken. Ik had het
ook nodig iets met mijn handen te gaan doen. Ik heb de rok in kwestie nog jaren
gedragen en ben verder gegaan om beter te worden. Eerst de opleiding
costumière, daarna coupeuse en tenslotte lerares op haute couture niveau. Ik
kan dus ook smokings en bruids- of coctailkleding maken, hoewel daar niet echt mijn hart ligt. Eerst maakte ik broeken en overhemden
voor mijn man, later vooral voor de kinderen. En voor mezelf natuurlijk. Het
meeste van wat ik draag maak ik zelf. Ik ben nu bijvoorbeeld met een winterjas
bezig.
Van hobby naar eigen modevakschool is toch nog een
aardige stap...
Eigenlijk wilde ik al vanaf de opleiding er iets mee gaan
doen. Wat begon als hobby werd een passie. In eerste instantie werd ik benaderd
door een stoffenwinkel in Leiden, die een lerares zocht. Dat heeft maar zes
weken geduurd, toen bleek de zaak failliet. In 2008 ben ik voor mezelf
begonnen.
Waarom een school? Waarom werd je niet gewoon
ontwerpster?
Ontwerpen is leuk, maar om er echt goed in te zijn is
moeilijk. Kijk naar ontwerpers als Jan Taminiau, die bijvoorbeeld de jurken van
Máxima op de inhuldiging dag van Willem-Alexander ontwierp. Om dat soort dingen
te kunnen bedenken moet je een hele vrije, creatieve geest hebben. Daarvoor heb
ik gewoon nog teveel andere dingen aan mijn hoofd. Ik ontwerp niet uit het
niets. Ik maak het na, maar dan wel met een eigen twist. Ik pas aan, vertaal en
verander. Bovendien vind ik alleen maar ontwerpen en tekenen ook niet
voldoende. Maken is minstens zo leuk en ik geniet ook enorm van het lesgeven.
Van het contact met mijn leerlingen, de interactie.
Wat is belangrijk bij het maken van kleding?
Een goede pasvorm en draagcomfort vind ik wel het
belangrijkste. Maar het moet er natuurlijk ook wel een beetje goed uitzien. Een
nette afwerking is dus belangrijk. Ik zeg altijd: mensen mogen wéten dat het
zelf gemaakt is, maar ze mogen het er niet aan afzien.
Is zelf kleding maken economisch nog een beetje rendabel?
Als je de uren die je er in steekt niet meetelt, dan wel.
Met eenvoudige en niet al te dure lappen stof kun je al hele mooie en leuke
dingen doen. Voor mensen die weinig geld hebben, maar wel tijd, kan het dus
best lonend zijn. Maar dat is toch meestal niet de reden om mijn lessen te gaan
volgen. Mijn leerlingen vinden het vooral leuk, of willen er ook zelf iets
professioneel mee gaan doen. Zo heb ik een man in de groep die graag
professioneel carnavalskleding wil gaan maken, en een andere leerling wil zich
specialiseren in dans kleding.
Tegenwoordig is zelf kleding maken ook weer meer geaccepteerd. Tot een jaar of
vijf, zes geleden vond men het vooral truttig. Dat zie je bijvoorbeeld ook in
de handwerkbladen als Burda of Knippie. Die hebben ook een hele restyling
doorgemaakt en zijn echt niet meer oubollig te noemen.
Ben je heel modegevoelig?
Dat valt eigenlijk wel mee. Ik ben nooit de hipste van de
hipste geweest. Ik ben wel een modevolger, maar niet bepaald een 'early
adapter'. Ik maak en draag wat me leuk staat. Ik hou van felle kleurtjes, en
als die toevallig net niet in de mode zijn, jammer dan.
En de Westlanders? Gaan die een beetje mee op modegebied?
Ik denk dat Westlanders zelfs vooraan lopen. Westlanders
zijn trendgevoelig en kleding is erg belangrijk voor Westlandse vrouwen. Ik
werk ook in Den Haag, en daar zie je toch hele andere tendensen. Geld speelt
daarin ook een rol.
Wat zou je graag nog willen met je modevakschool?
Stiekem hoop ik ooit
nog een groter, eigen pandje of atelier te krijgen. Op zich heb ik een grote geschikte
ruimte, maar het is toch aan huis. Niettemin zijn het echte opleidingen met een
branche-erkend diploma. Maar verder hoop ik gewoon dat ik met veel passie en
plezier mijn kennis in de lessen kan blijven doorgeven!
http://www.groot-westland.nl/info/nieuwsblad.aspx
2 opmerkingen:
Hartstikke goed en leuk artikel, Yolanda!!
Dank je. Ik ben er heel blij mee!
Een reactie posten